- Info
Krijgskunde
Oorspronkelijk frans werk door de franse officier Allain Manesson Mallet. Vertaald door M. Smallegange en in 1672 te Amsterdam uitgegeven in 2 delen door Jacob van Meurs. Het voorbericht geeft een opzet van het boek, maar ook bezit het boek zelfstandige inhoudsopgaven. Deel I bevat ondermeer een opdracht aan Prins Willem Hendrik van Oranje door de vertaler Smallegange en een aanbeveling van het werk door Joh. de Witt. Het werk valt uiteen in twee boekdelen: Boek I (8 hoofdstukken) geeft een korte inleiding in de vestingbouw en gaat vooral in op de relatie tussen de plaats van een fort en het fort zelf. De auteur behandelt de ongeregelde vestingbouw (nl. bouwen op plaatsen met omgevingsfactoren die een doorslaggevende invloed op de vorm van het fort hebben) en de geregelde vestingbouw (nl. het bouwen van een fort met een ideale vorm). In boek II (10 hoofdstukken) gaat Mallet in op de bouwregels die te volgen zijn bij de bouw en geeft hij een overzicht van regels voor de bouw van aanvullende verdedigingswerken als bv aarden wallen en wat men nu loopgraven noemt. In dit tweede deel laat Mallet ook 9 andere auteurs aan het woord over deze onderwerpen, waaronder twee nederlandse auteurs. Men krijgt hierdoor een beeld van de internationale verbindingen die er in de 17e eeuw op militair gebied waren. Beide boeken geven een ruime hoeveelheid gravures met technische tekeningen en weergaven met een selectie van beroemde vestingwerken (oa Lissabon, st Malo, Brest, Geneve, Brussel, Grave). Dit werk bied inzicht in de technische kanten van de vestingbouw en is als zodanig waardevol voor de archeologie; tevens inzichtgevend voor hen die studie doen naar internationale (politieke) betrekkingen in de 17e eeuw.
Title: 'Den Arbeid van Mars' Originally in french work by the french officer Allain Manesson Mallet. Translated by M. Smallegange and published in 1672 in Amsterdam. Published in two parts by Jacob van Meurs. The preface gives a setup of the book, but the book also contains separate independant tables of contents. Part one contains among others a dedication to Prince Willem Hendrik van Oranje by the translator Smallegange and a recommendation of the work by Joh. de Witt. The work is divided into two book volumes: Book 1 (8 chapters) gives a short introduction into fortification and especially goes further into the relationship between the location of a fortress and the fortress itself. The author discusses the unregulated fortification (namely building in places with surroundings that have a decisive influence on the shape of the fortress) en regulated fortification (namely building a fortress with the 'perfect' shape.) In Book 2 (10 chapters) Mallet discusses the building regulations to be followed and he also gives an overview of rules when building additional defensive works, like for instance ramparts and what we now call trenches. In this second part Mallet also gives the word to 9 other authors about these subjects, two of them are dutch. This way one gets a picture of the international connections in the military field in the 17th century. Both books give an ample amount of engravings with technical drawings and illustrations of a selection of famous fortifications (among others Lissabon, St Malo, Brest, Geneve, Brussels, Grave). This work gives insight in the technical aspects of fortification and is as such valuable for Archeaology, also insightfull for those who want to further study on the international (political) relationships in the 17th century.
Oorspronkelijk frans werk door de franse officier Allain Manesson Mallet. Vertaald door M. Smallegange en in 1672 te Amsterdam uitgegeven in 2 delen door Jacob van Meurs. Het voorbericht geeft een opzet van het boek, maar ook bezit het boek zelfstandige inhoudsopgaven. Deel I bevat ondermeer een opdracht aan Prins Willem Hendrik van Oranje door de vertaler Smallegange en een aanbeveling van het werk door Joh. de Witt. Het werk valt uiteen in twee boekdelen: Boek I (8 hoofdstukken) geeft een korte inleiding in de vestingbouw en gaat vooral in op de relatie tussen de plaats van een fort en het fort zelf. De auteur behandelt de ongeregelde vestingbouw (nl. bouwen op plaatsen met omgevingsfactoren die een doorslaggevende invloed op de vorm van het fort hebben) en de geregelde vestingbouw (nl. het bouwen van een fort met een ideale vorm). In boek II (10 hoofdstukken) gaat Mallet in op de bouwregels die te volgen zijn bij de bouw en geeft hij een overzicht van regels voor de bouw van aanvullende verdedigingswerken als bv aarden wallen en wat men nu loopgraven noemt. In dit tweede deel laat Mallet ook 9 andere auteurs aan het woord over deze onderwerpen, waaronder twee nederlandse auteurs. Men krijgt hierdoor een beeld van de internationale verbindingen die er in de 17e eeuw op militair gebied waren. Beide boeken geven een ruime hoeveelheid gravures met technische tekeningen en weergaven met een selectie van beroemde vestingwerken (oa Lissabon, st Malo, Brest, Geneve, Brussel, Grave). Dit werk bied inzicht in de technische kanten van de vestingbouw en is als zodanig waardevol voor de archeologie; tevens inzichtgevend voor hen die studie doen naar internationale (politieke) betrekkingen in de 17e eeuw.
Title: 'Den Arbeid van Mars' Originally in french work by the french officer Allain Manesson Mallet. Translated by M. Smallegange and published in 1672 in Amsterdam. Published in two parts by Jacob van Meurs. The preface gives a setup of the book, but the book also contains separate independant tables of contents. Part one contains among others a dedication to Prince Willem Hendrik van Oranje by the translator Smallegange and a recommendation of the work by Joh. de Witt. The work is divided into two book volumes: Book 1 (8 chapters) gives a short introduction into fortification and especially goes further into the relationship between the location of a fortress and the fortress itself. The author discusses the unregulated fortification (namely building in places with surroundings that have a decisive influence on the shape of the fortress) en regulated fortification (namely building a fortress with the 'perfect' shape.) In Book 2 (10 chapters) Mallet discusses the building regulations to be followed and he also gives an overview of rules when building additional defensive works, like for instance ramparts and what we now call trenches. In this second part Mallet also gives the word to 9 other authors about these subjects, two of them are dutch. This way one gets a picture of the international connections in the military field in the 17th century. Both books give an ample amount of engravings with technical drawings and illustrations of a selection of famous fortifications (among others Lissabon, St Malo, Brest, Geneve, Brussels, Grave). This work gives insight in the technical aspects of fortification and is as such valuable for Archeaology, also insightfull for those who want to further study on the international (political) relationships in the 17th century.
Gerard Brandt: Het leven en bedryf van den heere Michiel de Ruiter, hertog, ridder, &c. lt. admiraal generaal van Hollandt en Westvrieslandt (Amsterdam 1732) 8+1065+23 blz. Weinig Nederlandse zeevaarders spreken nog altijd zo tot de verbeelding als Michiel Adriaensz de Ruyter (1607-1676). De Ruyter ging al op zijn elfde naar zee. Hij werkte bij de koopvaardij, de walvisvaart en de kaapvaart en maakte al snel carrière. Hij werd kapitein, commandeur, vice-admiraal en uiteindelijk - in 1665 - admiraal, opperbevelhebber van de complete Nederlandse vloot. De Ruyter voerde met succes oorlogen tegen de Engelsen maar stierf uiteindelijk aan de verwondingen die hij opliep tijdens een zeeslag. Zijn lichaam werd met grote staatsie bijgezet in de Nieuwe Kerk te Amsterdam. Geeraert Brandt (1626-1685), de biograaf van Michiel de Ruyter, was in zijn tijd een bekende geschiedschrijver en predikant.
Gerard Brandt: The life and times of Michiel de Ruyter: Duke, Knight and Lt. Admiral General of Holland and Westvrieslandt (Amsterdam 1732) 8+1065+23 pages. Very few Dutch seamen continue to be so invigorating to our imagination as Michiel Adriaensz de Ruyter (1607-1676). De Ruyter went to sea at age eleven. He worked in merchant service, whale hunting and cape speed, and his career advanced early on. He became captain, commander and eventually, in 1665, admiral. Supreme commander of the entire Dutch fleet. De Ruyter waged wars succesfully against the English, but ultimately died of injuries that he incurred during a sea battle. His body was added with great pride in the Nieuwe Kerk in Amsterdam. Geeraert Brandt (1626-1685), biographer of Michiel de Ruyter, was a well known writer on history and preacher in his time.